Medicijnen in het verkeer: een lastig dilemma

Sommige medicijnen hebben vanwege hun werking of bijwerking invloed op de rijvaardigheid. Zo’n vijf tot tien procent van alle verkeersdoden per jaar, nog los van meer dan duizend gewonden, is aan medicijngebruik te wijten. Vandaar dat het ROV Zuid-Holland samen met het Instituut Verantwoord Medicijngebruik (IVM) gastlessen verzorgt op de opleidingen voor apothekers- en doktersassistenten. Zodat bij het voorschrijven én verstrekken van medicijnen nagedacht wordt over eventuele alternatieven als een gebruiker afhankelijk is van de auto.

Henriëtte van der Kwaak, adviseur bij het Instituut Verantwoord Medicijngebruik (IVM), zet zich samen met haar collega’s in voor meer kennis bij hulpverleners én patiënten over de gevaren van medicatie in het verkeer.

Van welke medicijnen gaan we slechter rijden?

“Vooral de middelen die op onze hersenen inwerken zijn van invloed op de rijvaardigheid. Denk aan antidepressiva of antipsychotica. Maar ook middelen als methylfenidaat, die worden voorgeschreven bij ADHD. Ze zijn bedoeld om de concentratie te verhogen, maar dit werkt bij sommige mensen averechts. Zij worden er juist hyper van. Verder kunnen bloeddrukverlagers duizeligheid veroorzaken, wat ook gevaarlijk is in het verkeer.”

Zijn patiënten zich altijd bewust van de risico’s?

­“Nee, lang niet altijd. Op het etiket van de medicijnen in kwestie zit wel een gele sticker met: ‘kan het rijvermogen beïnvloeden’. Maar in hoeverre, dat staat er niet op. Dat zorgt voor verwarring. Neem bijvoorbeeld slaap­middelen: iedereen begrijpt dat je die niet moet innemen voordat je achter het stuur kruipt. Maar dat je ook de volgende dag nog niet altijd kunt rijden? Dat realiseren veel mensen zich niet.”

Hebben alle medicijnen met een gele sticker evenveel invloed op het rijvermogen?

“Nee, niet al die medicijnen beïnvloeden het rijvermogen even sterk. Er zijn eigenlijk drie categorieën. Met medicatie uit de eerste categorie mag je blijven rijden, tenzij je last hebt van bijwerkingen. Met categorie 2 mag je een paar uur tot een week niet rijden en met categorie 3 mag rijden helemaal niet.”

Wat doen jullie om de kennis over dit onderwerp te vergroten?

­“In opdracht van het ministerie van IenW houden we een website bij met informatie over medicijnen die gevaarlijk kunnen zijn in het verkeer: rijveiligmetmedicijnen.nl. Hier kunnen mensen hun eigen medicijn opzoeken en vinden ze alle relevante gegevens. Met folders en posters brengen we de website onder de aandacht. Soms organiseren we ook voorlichtings­bijeenkomsten voor patiënten, maar dat is een vrij kostbare manier om kennis te delen.

Het is eigenlijk aan artsen en apothekers om hun patiënten te informeren over de invloed van medicijnen. Maar door een gebrek aan tijd en kennis komt het er niet altijd van. Daarom geven we in samenwerking met het ROV Zuid-Holland nascholingen aan zorgverleners, en trainingen aan apothekers- en dokters­assistenten in opleiding. Daarbij gaan we inhoudelijk in op de invloed van medicijnen, maar ook op het gesprek met de patiënt. Hoe voer je dat op een begripvolle, duidelijke manier?”

Zijn patiënten bereid om hun rijgedrag aan te passen vanwege een medicijn?

“Slechts 16 procent van de gebruikers van medicijnen met een gele sticker past het rijgedrag aan, blijkt uit onderzoek. Van mensen die een medicijn uit categorie 1 gebruiken, is dat vaak verklaarbaar. Zolang zij geen last hebben van bijwerkingen, mogen ze gewoon blijven rijden. Maar toch is 16 procent erg weinig, het klopt niet helemaal.”

Wat als een patiënt niet zonder auto kan?

“Veel mensen hebben inderdaad goede redenen om de regels lastig te vinden. Bij een pijnstiller als tramadol mag je bijvoorbeeld twee volle weken niet rijden. Hoe moet je dan naar het werk gaan en je kinderen naar school brengen? We roepen patiënten, artsen en apothekers dan ook op om alternatieven voor een medicijn te overwegen. Daarin is er vaak meer mogelijk dan ze denken. Sommige slaapmiddelen zijn bijvoorbeeld sneller uitgewerkt dan andere. En in plaats van een antidepressivum kan een arts in sommige gevallen therapie voorschrijven.”

Kan een patiënt zelf niet aanvoelen wat mogelijk is?

“Onderzoek wijst uit dat mensen zichzelf vaak overschatten. Ze denken dat ze beter rijden dan ze in werkelijkheid doen. Maar bij medicijngebruik ligt het nog ingewikkelder. Door hun medicatie voelen patiënten zich vaak een stuk beter, sommige gaan er zelfs beter door rijden. Dat zorgt voor een dilemma. Iemand die bijvoorbeeld een bepaald antidepressivum gebruikt, mag niet rijden. Maar zonder medicijn is diegene ook niet gefocust in het verkeer, vanwege de neerslachtigheid.”


“We willen beroepschauffeurs beter gaan ondersteunen”


Welke doelgroep zou je nog beter willen bereiken?

“Beroepschauffeurs. Zij brengen veel tijd door op de weg en hebben er veel belang bij om te kunnen rijden. Ik weet nog niet hoe we het precies gaan aanpakken, maar taxichauffeurs, buschauffeurs en bezorgers willen we echt beter ondersteunen met informatie en alternatieven voor medicijnen.”

Deel dit artikel: