"Verkeers­veiligheid zou moeten voelen als een basis waar je niet aan tornt"

Column door Jan Willem Immerzeel, directeur Verkeer MRDH

Het gaat niet goed met Nederland. Tenminste, als we het hebben over verkeers­veiligheid. Jan Willem Immerzeel, directeur Verkeer MRDH, vindt dat kwalijk. Maar er zijn genoeg manieren om het tij te keren, schrijft hij in deze column.

Het aantal verkeersongevallen met letsel blijft sinds een paar jaar maar stijgen. Het aantal doden door verkeers­ongevallen stijgt eveneens. En dat terwijl we tijdenlang dalende lijnen zagen. Nederland was een van de veiligste landen van Europa, en dat kunnen we nu niet meer zeggen. Dat vind ik pijnlijk. Allereerst is het natuurlijk vreselijk voor de slachtoffers en hun naasten, laat dat duidelijk zijn. Maar als er veel verkeers­ongevallen plaats­vinden, heeft dit ook impact op onze hele samenleving. De maat­schappelijke kosten zijn hoog. Bovendien: we willen allemaal in een land leven dat op alle vlakken veilig is.

Missie = trendbreuk

In dat laatste schuilt meteen ook een gevaar. Want al is iedereen het erover eens dat verkeers­­ongevallen verschrikkelijk zijn en dat we ze zoveel mogelijk moeten voorkomen: dan hebben we nog geen trendbreuk. Daar is meer voor nodig. Waar het met name aan ontbreekt, is mankracht. Capaciteit. Middelen. Want we – en dan bedoel ik de MRDH maar ook overheden, partners en burgers – hebben genoeg ideeën over hoe we de verkeers­veiligheid kunnen vergroten. Er zijn al veel onder­zoeken uitgevoerd naar mogelijke maat­regelen, trends, enzovoort. Het moeilijke is om de energie vast te houden na goede voor­nemens. Om de onderzoeken ook echt te benutten. Om globale afspraken als concrete maatregelen te laten landen in jaar­plannen. Om mensen verant­woordelijk te maken voor deze maatregelen. We hebben allemaal hetzelfde doel. Maar samen dat doel ook echt nastreven, is een ander verhaal.


"We hebben allemaal hetzelfde doel. Maar samen dat doel ook echt nastreven, is een ander verhaal."


SPV 2030

Het kabinet stelt een half miljard euro beschikbaar om de verkeers­veiligheid van infra­structuur te vergroten. Dat vind ik een goed begin. Eind 2018 stelden we met verschillende overheden en maat­schappelijke partijen het Strategisch Plan Verkeers­veiligheid 2030 vast. Begin dit jaar spraken we af dat de provincies en regio’s het initiatief zouden nemen tot het opstellen van regionale uitvoerings­agenda’s verkeers­veiligheid. Omdat er geld vrijkomt, kúnnen we dit ook echt gaan doen en vervolgens in actie komen. Zeker als de gemeenten ook geld vrijmaken hiervoor. De MRDH helpt gemeenten om tot de uitvoerings­agenda’s te komen en om deze vervolgens op te breken in losse projecten. Zo kan er snel en gestructureerd actie worden ondernomen.

Aanpassen, handhaven, opleiden

Maar wat gaat er dan gebeuren? Naast aan­passingen aan voertuigen en infra­structuur, zal er meer gehandhaafd moeten worden. De pakkans van snelheids­overtreders is op dit moment laag. Vanwege een capaciteits­probleem bij de politie moet deze keuzes maken over de inzet. En dan gebeurt het vaak dat zware criminaliteit voorrang krijgt op handhaving op snelheids­overtreding. Tegelijkertijd is te hard rijden heel gevaarlijk; snelheids­limieten zijn er niet voor niets, die helpen ons om veilig thuis te komen. Meer budget kan hierbij helpen. Maar het kan ook zijn dat ons stelsel aangepast moet worden, waardoor boa’s bijvoorbeeld meer verkeers­kundige taken krijgen.

Ook educatie blijft ontzettend belangrijk. Met name jonge en oudere verkeers­deelnemers lopen risico om betrokken te raken bij een verkeers­ongeval. Door bijvoorbeeld de Door­trappen­dagen van het ROV Zuid-Holland leren ouderen veiliger deel te nemen aan het verkeer. Mooi zijn ook de lessen die vanuit TotallyTraffic worden aangeboden: ze leren de belangrijke jonge doelgroep om zich veiliger te gedragen in het verkeer. Voor deze doel­groep geldt: hoe eerder ze dit leren, hoe beter. Zij hebben een goede basis aan verkeers­kennis nodig.

Verkeersveiligheid als randvoorwaarde

Zo zijn er nog meer acties te noemen die we kunnen – nee, moeten – ondernemen om de verkeers­situatie in Nederland weer op orde te brengen. Het is de hoogste tijd om de handen uit de mouwen te steken. We hebben te lang naar elkaar gewezen. Als verkeers­deelnemer maakt het je niet uit of je op een gemeente­lijke, provinciale of rijksweg rijdt en wie waar voor veiligheid zorgt. Het is aan alle partijen samen om te zorgen voor veilige wegen en paden. Verkeers­veiligheid zou moeten voelen als een rand­voorwaarde. Een basis waar je niet aan tornt.