Camp21 maakt Rotterdamse straten veiliger

Een cursus voor jonge ‘asorijders’

De confrontatie aangaan met je eigen rijgedrag en risico’s onder ogen zien: Rotterdamse jongeren doen het tijdens Camp21. Deze verkeersveiligheidstraining is bedoeld voor jonge automobilisten die overlast veroorzaken. Al meer dan driehonderd jongeren deden mee aan dit unieke, praktijkgerichte programma.

“Camp21 draait volledig om gedrag: we moedigen jongeren aan om hun verantwoordelijkheid te nemen in het verkeer”, vertelt Henk Koop. Hij is eigenaar van ZAT Projectenbureau, dat de training uitvoert. “Het woord ‘camp’ verwijst naar een opleiding, een plaats waar je met elkaar leert. ‘21’ is de leeftijd waarop je volgens ons verantwoordelijk moet kunnen rijden, bewust van de risico’s.” “Zo’n tien jaar geleden begonnen we met een cursus voor jonge automobilisten in Brabant, in opdracht van de provincie. Jongeren die forse verkeersovertredingen hadden begaan, door hard rijden of drankgebruik bijvoorbeeld, waren de doelgroep. We startten met een pilot die bestond uit een training met rijles, een gedragssimulatie door acteurs en een les over alcohol en drugs. Iedereen was onder de indruk en ook de provincie vond het vernieuwend. Maar vanwege de hoge kosten per deelnemer belandde het plan helaas in de ijskast.

Rotterdamse wijken

“Henk en ik hadden het samen eens over Camp21”, vult Ger Lulofs aan. Als adviseur mobiliteit bij de gemeente Rotterdam zag hij het project wel zitten. “De wethouder wilde de verkeersveiligheid in Rotterdam verbeteren. We hoorden onder andere klachten over het gedrag van jongeren in IJsselmonde. Dus begonnen Henk en ik na te denken: hoe kunnen we die jongeren bereiken? Je kunt niet zomaar een wijk binnenlopen en ze verplichten om deel te nemen.” Henk en Ger benaderden daarom maatschappelijke organisaties, waaronder stichting Jongerenwerk op Zuid (JOZ). Ger: “We konden ons enthousiasme goed op hen overbrengen en JOZ sloot zich graag aan bij ons project. JOZ had al contact met de jongeren in de wijk en kon ons helpen om met hen in contact te komen. Ook de gemeente Rotterdam raakte overtuigd en werd opdrachtgever. Inmiddels hebben we Camp21 sinds 2017 al vijf keer gedraaid in Rotterdamse wijken, in samenwerking met JOZ. Het is iedere keer een groot succes. Vanwege corona lag het even stil, maar vanaf september starten we weer op.”

Praktisch en inhoudelijk

“Camp21 begint rond half zes ’s avonds met een maaltijd. Daarna verdelen we de jongeren in groepen, elk met een coach van JOZ, en volgen er vijf onderdelen”, legt Henk uit. “Het eerste onderdeel is een voorlichting over de invloed van alcohol, drugs en lachgas. Daarna volgt een gedragssimulatie door middel van rollenspellen. Een paar acteurs zijn zoge­naamd asociale rijders die alles fout doen en elkaar ophitsen. De cursisten mogen hen aansturen, zodat de acteurs ander gedrag gaan vertonen. Zo bekijken ze eigenlijk zichzelf vanuit een ander perspectief. Dat kan best confronterend zijn.” “We gaan ook naar buiten. Daar staat een auto op de kop, zoals na een ongeluk. De deelnemers moeten daaruit zien te klimmen. Ook is er een rijsimulator, waarmee de cursisten een driedimensionale rit maken. Zo ervaren ze verschillende situaties waarop ze moeten reageren. Ten slotte maken ze een echte autorit door hun eigen wijk met een rijinstructeur. Die wijst hen op risico’s en gevaarlijke punten in de wijk. Dat geeft nieuwe inzichten.”

“Aan het einde van de avond ontvangen alle deelnemers een certificaat, dat ik onderteken namens de gemeente Rotterdam”, vertelt Ger. “Daar staat op dat ze het project succesvol hebben uitgevoerd. Daar zijn die jongeren dan hartstikke trots op, horen we van JOZ. Ze krijgen ook een T-shirt of een pet, zodat ze op een positieve manier aan de training en de daarbij behorende inzichten kunnen terugdenken.”

Een intensief programma

Henk: “Camp21 is een intensief programma. Het verschilt daarin van veel andere inter­venties op het gebied van rijgedrag. We bieden niet de lol van lekker remmen, slippen en uitwijken op een afgesloten baan, maar kraken serieuze noten met elkaar. Het is bijna drie uur lang opletten en geconfronteerd worden met je eigen gedrag. Toch vindt iedereen het de moeite waard, omdat het zo praktijkgericht is.” “De jongeren met wie we werken, vanaf een jaar of zestien, zijn heel veel op straat en hebben vaak al wat op hun kerfstok. De cursus is nodig om een keerpunt in het denken van de jongeren teweeg te brengen. Ze moeten een totaalbeeld krijgen van de risico’s die ze nemen en van de fouten die ze maken. We proberen mee te geven dat veilig rijden iets is om trots op te zijn. En we geven de jongeren zicht op hun mogelijkheden om hun rijgedrag te veranderen. Het is heel belangrijk om perspectief te bieden.” “Achteraf zien wij de jongeren niet meer, maar de jongerenwerkers in de wijk wel. Die krijgen veel enthousiaste reacties”, weet Henk. “De jongeren praten nog maandenlang over Camp21 en waarschuwen elkaar meer voor gevaarlijk gedrag. En vooral: ze voelen zich gehoord en gezien. Dat blijft het allerbelangrijkste.”

Samenwerking in de wijk

De grote kracht van Camp21 is de nauwe samenwerking met lokale partijen. In de eerste plaats met de jongerenwerkers van JOZ: zij zitten dichtbij de doelgroep en enthousiasmeren de jongeren om mee te doen. Maar de beschikbaarheid van wijkgebouwen en de lessen van rijschool­houders uit de wijk zijn ook ontzettend waardevol. “Zij kennen de jeugd een beetje”, vertelt Ger. “En laten we de maaltijd aan het begin van de avond niet vergeten: een groep dames uit de wijk kookt die voor ons. Surinaams, Antilliaans, Turks, Marokkaans, noem maar op. Heerlijk. Zo hebben de jongeren een goede bodem, want je moet energie hebben om de cursus te doen!”

Deel dit artikel: